Reflecties op mijn digitale leven

Een wat zware aanzet misschien.

Maar waarom is dat digitale gedoe voor mij eigenlijk zo belangrijk?

In de echte wereld kom ik ze af en toe tegen: digibeten!

Eigenlijk precies het tegenovergestelde soort. Met een enorme kloof tussen mij en de digibeet. We begrijpen elkaar niet. Verstaan elkaar nauwelijks.

De Digibeet vraagt: “Doe jij veel met jouw computer apparatuur?”

Mijn antwoord: “Ja zeker. Ik ben daar vrijwel de hele dag mee bezig!”

De Digibeet (DB): “Waarom?”

Mijn antwoord (ik): “Omdat er zo vreselijk veel mee kan. De digitale wereld is continu in beweging. Steeds meer mogelijkheden. Zo interessant om dat allemaal te volgen”.

DB: “Maar waarom?”

Ik: volkomen stil!

Natuurlijk had ik kunnen antwoorden: “het was mijn vakgebied en mijn hobby”.

Maar ik voel de vraag van de DB alweer aankomen: “Waarom”.

Mijn vrouw weet vermoedelijk het antwoord. Zij kent mij door en door. “Omdat je autistisch bent”. Verzachtend voegt ze er dan aan toe “niet zo heel erg, maar je hebt zeker autistische trekjes”.

Dat klopt! Autisme en digitale wereld passen goed bij elkaar. Digitaal is overzichtelijk en goed te begrijpen. Zeker voor mij met mijn digitale brein.

Dat gedeelte is vanaf mijn jeugd nu eenmaal goed ontwikkeld. Geen echt taalmens, feitelijk geen echte wiskundige of natuurkundige, maar zeker wel een bèta-mens.

Al vroeg gegrepen door elektrotechniek in al haar vormen: rekenmachines, radio en tv apparatuur, elektronische schakelingen, lampjes en knopjes. Mijn primaire studierichting was duidelijk. Nooit 1 dag over getwijfeld: elektrotechniek aan de TU in Delft. Daarbij voor het eerst echt in aanraking gekomen met computers. Grote kasten met lampjes en knoppen. En een opvallend eenvoudige verbinding met de mens: via ponskaarten. Een kartonnen kaart met gaatjes, die je zelf moest ponsen op een soort grote typemachine. Super simpel: 80 kolommen met elk acht gaatjes boven elkaar voor elk teken. Een digitaal formaat. Recht toe, recht aan. Eenvoudig te begrijpen. En nog steeds de basis van de digitale techniek!

DB: “Maar wat kon je daar dan mee?”

Die kaarten vormden de invoer voor de computer. Je legde een stapeltje in de kaartlezer en die werd snel omgezet in digitale informatie. Een programma met invoer gegevens. Alles vanaf die kaarten. De volgorde was heel belangrijk en elke tikfout werd afgestraft met een foutlijst. En dan moest je de foutieve kaart vervangen door nieuw geponste kaart en het stapeltje opnieuw laten inlezen. De volgende dag meestal pas! De uitvoer kon je ophalen bij een balie. Als je alles goed had ingevoerd kreeg je naast de lege foutenlijst een papieren uitdraai met de resultaten van jouw programma.

Diagram invoer – computer – uitvoer. (Ponskaarten, lijstje met fouten of resultaat).

DB: “Maar wat stond er op zo’n lijst?”.

Ik: “Van alles wat met de studie-opgave te maken had. Ik herinner mij dat één van mijn eerste programma’s was een overzicht te maken van alle reken-tafels voor de derde klas lagere school. Om aan de muur te hangen! Met 1 vel papier per tafel!”

DB: “hoe nuttig ?????”.

Ik: “In elk geval leerzaam en leuk!”

Ik moet plotseling denken aan een gesprekje met mijn zoon vroeger. Die vroeg zich af wat het nut was van wiskunde. De stelling van Pythagoras bijvoorbeeld. Waarom moet ik dat leren, pap? Daar doe ik echt nooit meer iets mee! En ja daar sta je dan als afgestudeerd ingenieur en enthousiast wiskundige. Die stelling is echt heel belangrijk! Er wordt geen huis gebouwd zonder het toepassen van deze belangrijke stelling. Maar ik wil geen huis bouwen, pap! Einde discussie. Uitgepraat.

En zo is het ook met de afstand tussen computer-nerd en DigiBeet. Die begrijpen elkaar niet en die kloof overbruggen is een heilloze opgave. Beiden hebben gelijk!

Mijn hele werkzame leven heb ik gewerkt aan programma’s ter ondersteuning van het bedrijfsleven. Niets tastbaars! Maar wel nuttig! Lesgegeven in de toepassing van grote programma’s, mensen begeleid die er de hele dag mee moesten werken. Fouten opgespoord en dingen aangepast. Een voor outsiders vrijwel onbegrijpelijke wereld. Conversies van oude programmatuur en bestanden naar nieuwere versies. Geprobeerd mensen te overtuigen van nieuwe – betere – werkwijzen en noodzakelijke aanpassing aan hun werk omgeving. Invoeren van laptops bij vertegenwoordigers – bijvoorbeeld. Bedrijfssoftware in de brede zin van het woord. Processen begeleid en mensen op andere gedachten proberen te brengen. Dingen proberen aan te leren, zoals de hoogstnoodzakelijke beveiligingsmaatregelen voor de bedrijfsgegevens. Privacy aandacht gegeven en me met de leken verbaasd over de Autoriteit Persoonsgegevens en de wetgeving op dat gebied.

Enorm veel inspanning. Maar alles zonder tastbaar resultaat. Met mijn pensionering nogal plotseling gestopt. Alle zorgvuldig opgebouwde kennis is enkel nog van toepassing op mijn privé situatie. Ik volg de techniek nog steeds op de voet. Kan het niet loslaten. Spit Internet van voor naar achter door op nieuwigheden en technische details. Leer telkens nieuwe trucjes op gebied van software en de moderne apparatuur. Heerlijk! Volg nog steeds trainingen en tutorials op gebied van Desktop Publishing. Zeg maar de grafische sector, waar ik me – ondanks mijn gebrek aan creativiteit – altijd erg tot aangetrokken gevoeld heb. Sluit mooi aan bij mijn hobby’s op gebied van fotografie en filmen. Schrijf stukjes, die waarschijnlijk nooit het daglicht zullen zien. Zinloos tijdverdrijf – of toch een diepere bodem?

Een kunstenaar bouwt zijn hele leven aan het creatieve repertoire. Verkoopt hier en daar eens wat om van te leven, maar heeft altijd iets tastbaars onder handbereik. Die kan met trots aantonen: kijk, dát heb ík gemaakt!

Iemand in de bouw kan met trots de werken laten zien, waar hij / zij aan meegewerkt heeft.

Ik kan enkel aantonen dat ik in mijn zakelijk leven de eindstreep heb gehaald. Zonder ontslag! Met veel inspanning en opofferingen van mijn geliefde gezin – mijn vrouw in het bijzonder. Veel onderweg, vaak op hotel, veel gereisd, regelmatig internationaal. Grote afstanden in de auto. Altijd tijdsdruk en druk om te presteren. Eindeloze actielijsten, die maar niet wilden inkrimpen. Vaak doorwerken tijdens de Kerstperiode. En taken in het weekend of avonduren “nog even” afronden. Wat ervan over is? Ja economisch gezien absoluut gewin. Een goed pensioen en een mooi huis, dat overigens voor een groot deel aan het spaargeld van onze ouders te danken is. Mooie spullen om ons heen: van nette auto, caravan, fraaie computer- en foto/film-apparatuur, Apple-stuff noem het maar op. Bijna geen wensen over. Financieel alles netjes op orde!

Op de familiedag onlangs viel het me op dat ons mooie grote gezin zeker onderdeel uitmaakt van “mijn levenswerk”. Meer op het sociale vlak. Mijn bescheiden rol als “Pater Familias”. Trots op vrouw, kinderen, kleinkinderen en aanhang. Misschien is dat wel mijn grootste output. Ons gezamenlijke resultaat. In elk geval de allerbelangrijkste, zij het opnieuw niet tastbaar en best wel fragiel!

Zorgen genoeg om de toekomst voor die prachtige kinderen en kleinkinderen. Milieu, school en later studie, werk, relaties, huis, gezondheid … noem het maar op. Maar op dit moment is de balans positief. Het is bijzonder fijn om als oud-IT-deskundige te kunnen genieten van het luxe leven en de familie om ons heen. Zonder prestatiedruk, zonder tijdsdruk. En in goede harmonie met vrouw en kinderen.

Daar is geen woord digitaal bij. Zelfs de Digibeet zal dit begrijpen.

Plaats een reactie